In de hiervoor genoemde financiële verordening is aandacht besteed aan de financieringsfunctie. Hieruit blijkt duidelijk een terughoudend beleid ten aanzien van de financiering. In het treasurystatuut is dit nader uitgewerkt door het college.
Zowel bij het aantrekken als uitzetten mogen we geen onnodige risico’s nemen en derivaten mogen we uitsluitend gebruiken voor het beperken van financiële risico’s. Om renterisico’s en kredietrisico’s te beperken zetten we indien nodig middelen uitsluitend uit tegen vastrentende waarden, dan wel in producten waarbij de hoofdsom tenminste aan het eind van de looptijd intact is. Om koersrisico’s te beperken luiden overeenkomsten voor het aangaan van leningen, het uitzetten van middelen of het verlenen van garanties uitsluitend in euro’s.