De gemeente heeft in de Nota verbonden partijen de visie ten aanzien van verbonden partijen en de daarmee samenhangende richtlijnen voor het aangaan van een samenwerkingsverband vastgelegd. Centraal daarbij staat telkens het antwoord op de vraag: is dit de geëigende vorm om de doelstelling van de gemeente te realiseren? Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen publiekrechtelijke- en privaatrechtelijke samenwerkingsvormen.
Ten aanzien van publiekrechtelijke samenwerking is er sprake van een positieve grondhouding die, mede op basis van de Gemeentewet, kan worden geduid als ja, mits aan een aantal voorwaarden op het terrein van aansturing, beheer en verantwoording is voldaan. Wanneer er wel behoefte is aan samenwerking, maar publiekrechtelijke samenwerking is niet mogelijk, dan kan er op privaatrechtelijke basis worden samengewerkt. Hierbij past een grote mate van terughoudendheid, die is te duiden als een grondhouding van nee, tenzij er bijzondere redenen zijn om van de regel af te wijken.
De volgende algemene uitgangspunten gelden voor gemeentelijke deelnemingen in afzonderlijke rechtspersonen:
- het participeren in een verbonden partij is alleen toegestaan als daarmee een publiek belang wordt gediend;
- participatie in een privaatrechtelijke rechtsvorm vindt uitsluitend plaats als onderzocht en gemotiveerd is waarom uitvoering van beleidsvoornemens niet in een publieke rechtsvorm kan plaatsvinden;
- de gemeenteraad bepaalt van geval tot geval tot welk bedrag het financiële belang in een privaatrechtelijke rechtsvorm strekt;
- jaarlijks wordt in de paragraaf verbonden partijen, behorende bij de jaarstukken en de begroting, aangegeven welke algemene-, voor de gemeente, relevante ontwikkelingen bij de verbonden partijen hebben plaatsgevonden of naar verwachting zullen gaan plaatsvinden.