Duurzaamheid en klimaat
Binnen het klimaatakkoord zijn er landelijke afspraken gemaakt om de CO2 uitstoot te reduceren. Vanuit het Rijk hebben gemeenten de taak om hier invulling aan te geven onder andere via de RES en het opstellen van de Transitievisie warmte. Daarnaast vertalen we de afspraken en onze eigen ambities op de thema’s Circulair, Energie, Sociaal en een toekomstbestendige leefomgeving. Hierbij streven we naar draagvlak en participatie in de samenleving. Duurzame mobiliteit neemt ook toe in onze gemeente. Met regelmaat komen er vragen over ons laadpalenbeleid en de mogelijkheden daarin. Met andere gemeenten zijn we daarom een aanbestedingstraject gestart met het oog op het plaatsen van laadpalen in het openbaar gebied. Kantoren in Nederland moeten in 2023 minimaal energielabel C hebben. Dit geldt dus ook voor onze kantoren, maar we werken sowieso al aan een masterplan voor het verduurzamen van al ons vastgoed.
Het elektriciteitsnet is oorspronkelijk aangelegd om de woningen en bedrijven te voorzien van elektriciteit. Door de opwek van zon- en windenergie wordt er naast elektriciteit geleverd ook elektriciteit terug geleverd op het net. Inmiddels wordt hierdoor de maximale capaciteit van het net bereikt. Naast de capaciteit van Liander ondervindt ook TenneT beperkingen in het hoogspanningsnet. In de meeste delen van Friesland kunnen hierdoor bedrijven en producenten geen nieuwe of aanvullende capaciteit krijgen voor het terug leveren van opgewekte elektriciteit. Wel heeft Liander voor een aantal initiatieven in onze gemeente al wel ruimte gereserveerd op het net, ook als wij over die initiatieven nog geen standpunt hebben ingenomen. De gemeente heeft structureel overleg met Liander over de situatie en wordt betrokken in het investeringsplan van Liander. Daarnaast vindt er afstemming plaats met Liander in RES verband.
Omgevingswet
De inwerkingtreding van de Omgevingswet is uitgesteld. De wet treedt niet in werking op 1 januari 2021, maar op 1 juli 2022. Dit uitstel betekent niet dat we op onze lauweren rusten. We gaan op dezelfde voet verder met het implementatieproject. Wel worden de kosten hoger omdat het programma implementatie Omgevingswet langer in de lucht moet worden gehouden. De VNG dringt bij het Rijk aan op compensatie van de (hogere) kosten van implementatie.
Agrarisch gebied en landbouw
De agrarische sector is van groot belang in onze gemeente. Zowel voor de uitstraling in de omgeving, als voor de economische belangen. Het is voor de agrarische sector van belang dat de ruimte er is voor transformatie, verduurzaming en innovatie.
Vanuit Greidhoeke Plus geven we de agrarische sector ruimte voor verdere transformatie, verduurzaming en innovatie. Wij ondersteunen de daarbij behorende gebiedsprocessen. Vanuit de Friese veenweide gemeenten nemen we actief deel aan de uitvoering van het nieuwe veenweideprogramma 2020 – 2030 en ondersteunen we gebiedsprocessen in de veenweidegebieden.
Kwaliteit openbare ruimte
In het coalitieakkoord wordt uitgegaan van een gemiddelde b-kwaliteit van de openbare ruimte. Hoewel het afgelopen voorjaar erg nat was, is in de afgelopen jaren sprake geweest van droogte en veenoxidatie. Gevolg daarvan was bodemdaling. Door de bodemdaling als gevolg van de veenoxidatie is het lastig om in bepaalde delen van de gemeente de kwaliteit te handhaven. Deze ontwikkelingen hebben de levensduur van wegen, fiets- en voetpaden, sportvelden, gazons, bermen en beplanting drastisch verlaagd. De kosten van onderhoud zijn daardoor gestegen.
Vastgoed
Wij onderhouden het gemeentelijk vastgoed, gebouwen, gebouwdelen en installatiecomponenten op minimaal niveau. Dit is niveau 4 (NEN-norm). We doen dit vanuit budgettaire overwegingen en omdat de toekomst van een aantal ervan onzeker is. Als we veel investeren lopen we het risico dat achteraf blijkt dat dit niet had gehoeven. We voeren daarom alleen niet uit te stellen onderhoud uit. Daarmee voorkomen we dat de conditie van de panden (verder) achteruit gaat. Via de Nota levenscyclusbeheer willen we opgaven, onder andere op het gebied van duurzaamheid, koppelen aan financiële mogelijkheden. Bij de eerstvolgende perspectiefnota wordt een voorstel ingediend.
Verkeer en vervoer
Om het stijgende aantal verkeersslachtoffers in ons land te verlagen, heeft het Rijk het Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2030 (SPV 2030) opgesteld. Doel is een trendbreuk te bereiken in verkeersveiligheid: nul verkeersslachtoffers. Basis van het SPV 2030 is een ‘risico-gestuurd’ verkeersveiligheidsbeleid: ongevallen voorkomen door de belangrijkste risico’s in het verkeerssysteem proactief aan te pakken.
De provincie heeft in verband met corona een noodconcessie openbaar vervoer vastgesteld.
We nemen actief deel aan het provinciale mobiliteitsprogramma.
Wonen
Er is sprake van een grote landelijke woningbouwopgave de komende jaren. De woningmarkt is echter vooral een regionale markt met een specifieke lokale opgave, deze is voor De Fryske Marren vertaald in woningbouwafspraken. De opstuwende vraag op langere termijn wordt vooral veroorzaakt door meer en kleinere huishoudens en meer groepen met een zorgvraag die huisvesting nodig hebben. Om aan de vraag te voldoen zetten we in overeenstemming met de regionale woningbouwafspraken extra in op het ontwikkelen van binnenstedelijke plannen. Het zorgen voor brede welvaart staat centraal in de opgave voor de komende jaren vanuit het Rijk en de provincie Fryslân. Beide nemen dit als uitgangspunt voor het woonbeleid. Ze hanteren daarbij de 17 duurzame ontwikkelingsdoelen zoals die geformuleerd zijn door de Verenigde Naties. Een aantal heeft een directe relatie met het woondomein. Deze doelen richten zich op het stimuleren van duurzame steden en gemeenschappen, goede gezondheid en welzijn, het verantwoord consumeren en produceren en het tenslotte samenwerking tussen verschillende partijen om deze doelen te bereiken. De 17 duurzame ontwikkelingsdoelen spelen formeel nog geen rol in onze beleidscyclus, maar door er op aan te sluiten zouden we vanuit een breder kader werken aan het wonen en spreken we ook dezelfde taal bij de samenwerking.
Kwaliteit van bodem, water en lucht
Elke activiteit in en inrichting van onze fysieke omgeving – zowel bovengronds als ondergronds – belast in meer of mindere mate de kwaliteit van de milieucompartimenten bodem, water en lucht. Anders gezegd: het benutten van de fysieke omgeving laat zijn sporen na. Tegelijkertijd is voor veel van deze activiteiten en/of delen van de inrichting een goede kwaliteit van diezelfde bodem, water en/of lucht noodzakelijk om duurzaam, binnen geaccepteerde risico’s, voort te kunnen bestaan. Oftewel: ook het beschermen van de fysieke omgeving is belangrijk.
Om op basis van de kwaliteit van bodem, water en lucht een goede balans te kunnen vinden tussen beschermen en benutten en daarmee sturing te kunnen geven aan 1) nieuwe activiteiten in en inrichting van onze fysieke leefomgeving en 2) het aanpakken van bestaande situaties, is inzicht nodig in de heersende kwaliteit. Ontwikkelingen daarin die verband houden met de Omgevingswet zijn:
- Vastleggen en monitoren van de basisgeluidemissie van gemeentelijke wegen
- Omzetten geluidzones van de gezoneerde industrieterreinen naar geluidproductieplafonds
- Onderzoeken van het omzetten van de luchtkwaliteit met betrekking tot zoönosen en endotoxinen naar normen/omgevingswaarden
- Vaststellen waterkwaliteitsdoelen stedelijk water.